Volgens wijlen Enzo Ferrari is het succes van een raceauto voor meer dan vijftig procent afhankelijk van de motor. Elementen zoals de aërodynamica en de versnellingsbak zijn daaraan ondergeschikt: zij moeten de pk’s overbrengen op het asfalt. Een liefhebber van sportauto’s zal ook eerst naar de motor vragen en hoe zwaar de auto is. Pas daarna wordt gekeken naar het uiterlijk. De glazen achterklep van de nieuwste Ferrari, de Enzo, is daarom eigenlijk een hommage aan de motoren, geheel in de geest van de oude Ferrari zelf. Onder het glas ligt een 6-liter V12-motor, die met zijn 660 pk van de Enzo de snelste straatauto ter wereld maakt.

Lichtelijk obsceen is het wel, zo’n motor onder glas. Bij de introductie van de Enzo presenteerde Ferrari echter nog een eerbetoon voor de motoren, zij het bescheidener van opzet: een boek met daarin alle motoren, vanaf 1946 tot nu. Een droom voor Ferrari-fans. Er zijn 82 motoren opgenomen, ordelijk gerangschikt op familie; de V6-motoren oftewel zescilinders, de achtcilinders, de tiencilinders, de twaalfcilinders (favoriet bij Ferrari zelf) en de motoren met cilinders in lijn.

De huidige baas van Ferrari, Luca di Montezemolo, is zo tevreden met het boek dat hij het liefst alle tweeduizend exemplaren weggeeft aan relaties. “De directeur communicatie van Ferrari belde mij enthousiast op toen het boek door de drukker werd bezorgd”, vertelt Irma Boom, de ontwerpster van het boek All Ferrari Engines/Tutti i Motori Ferrari. “Daar spreekt waardering uit. Het gaat gepaard met veel theater, en dat heeft zijn charme.”

Ferrari kwam bij Boom terecht door een boek dat bij de Biënnale van Venetië is uitgegeven. Na haar werk uitvoerig bestudeerd te hebben, vroeg de directeur communicatie haar een boek over de motoren van Ferrari te maken. Boom kreeg carte blanche. “Dat vond ik wel bijzonder, omdat het een onbekende opdrachtgever voor mij was.” Een aantrekkelijke opdracht voor Boom, want ze heeft iets met auto’s. In tegenstelling tot veel anderen is zij altijd al geneigd om meteen de motorkap open te doen. Zoals zij niet kan ontwerpen zonder zich te verdiepen in de inhoud van een boek.

“Ik heb de motoren ingedeeld in de families (V12, V10, V8 etc), wat een heel goed beeld geeft van de ontwikkeling van een familie. Daarna zijn de motoren chronologisch gerangschikt. Bij elke motor staat een model van de auto waar de motor in geplaatst is. Het ontwerp heb ik volledig uitgevoerd om zo duidelijk mogelijk te zijn over mijn bedoelingen. Naar aanleiding van het ontwerp is de tekst geschreven en heb ik alle beelden van de motoren ontvangen. Ik heb geen enkele restrictie opgelegd gekregen. Het enige wat ik jammer vind, is dat ik de zogenaamde ‘exploded views’ niet kon gebruiken. Dat is te geheime informatie.”

Op andere punten kreeg Boom wel haar zin, zoals bij de speedbootmotor uit 1953. Moest die wel in het boek? Ja, want een motor is een motor, stelde Boom. Ferrari bleek zelfs bereid om een kleine aanpassing te doen aan de huiskleur geel, waar een toefje magenta aan is toegevoegd. Een verandering in het heilige kleurschema? Dat was tot nu toe alleen Formule 1-sponsor Marlboro gelukt. Maar die maakt jaarlijks tientallen miljoenen euro’s over. “Het vertrouwen dat ze in mij stelden was groot en dat is een belangrijke voorwaarde voor mijn manier van werken en het ontwerproces.”