Exile at Home
Frederic Brenner
For 20 years and across five continents, Frederic Brenner has documented the lives of members of the Jewish diaspora. In 1997 he learned that fourteen of the families he had photographed around the world had immigrated to Israel. In celebration of Israel’s 50th anniversary, Brenner photographed them again in their new homeland. The before and after photos of each family are on facing pages, posed, but still representing the truths of their particular situations. Stark or sophisticated interiors, crowded and dirty but smiling families, and dancing children reveal more than meets the eye. In keeping with Jewish tradition, this collection is truly a book of questions.
Frédéric Brenner (b. 1959) is a French photographer best known for his opus Diaspora, the result of a twenty-five year search in over forty countries to create a visual record of the Jewish Diaspora at the end of the twentieth century. Initially intending to record vanishing Jewish communities before they disappeared, the project became a probing pursuit of the multiplicity of dissonant identities of individual Jews and of the Jewish people living among the nations. Along the way, Brenner directed three films and published five books, among them Diaspora: Homelands in Exile, which won the 2004 National Jewish Book Award for Visual Arts. Diaspora was also a major touring exhibition, which opened in 2003 at the Brooklyn Museum of Art and traveled to nine other cities in the United States, Europe, and Mexico.
In 2007, Brenner launched a major new project, This Place, in which he invited eleven world-renowned photographers to join him in exploring Israel as place and metaphor—to use photography as tool to consider Israel as a living organism, with all its rifts and paradoxes. Central to the project is the notion of breaking free from the double perspective of 'for' or 'against,' perpetrator or victim. This Place is currently a major international touring exhibition, encompassed in a collective book, individual monographs, and a comprehensive digital platform. Brenner’s individual monograph, An Archaelogy of Fear and Desire, won the Audience Vote at the 2014 Fotobookfestival Kassel.
Brenner is a recipient of the Prix Niépce (1981) and was nominated the Laureate of the French Academy in Rome (1992). His work is included in the permanent collections of the Brooklyn Museum of Art, the International Center of Photography, the Metropolitan Museum of Art, and the Musée de L’ysée in Lausanne, as well as many private collections.
Identiteit is een gevangenis
De Franse fotograaf Frédéric Brenner legt al jaren en over de hele wereld joodse gemeenschappen vast. ,,Ik geloof niet dat mijn boek classificeert.''
Maartje Somers
1 oktober 2004
`Survivors', noemen ze zich, de zes Amerikaanse vrouwen op één van de foto's van Frédéric Brenner. Ze zitten achter een tafel, houden elkaars handen vast en kijken recht de camera in. Hun bovenlichamen zijn bloot, bij elk is een borst afgezet, bij één van hen zelfs twee. De zes vrouwen op de foto zijn lid van een joodse steungroep voor vrouwen met borstkanker in Los Angeles.
Op een andere foto is de kleine Jemeniet Lewi Faez te zien, die de talmoed bestudeert in de schemerduistere, primitieve werkplaats van zijn vader. De foto zou genomen kunnen zijn in de Middeleeuwen, als Lewi's vader niet dat heel behoorlijke horloge om zijn pols droeg.
`Iedereen weet hoe joden sterven, ik wilde laten zien hoe ze leven', is de mantra van de Franse fotograaf Brenner, een gedistingeerde man in artistiek zwart. En: `Als je dacht dat je wist hoe een jood eruit zag, raak je in verwarring. Dat blijk je namelijk helemaal niet te kunnen weten.'
Frédéric Brenner (Parijs, 1954) studeerde af als antropoloog, maar begon al snel te fotograferen. Hij publiceerde boeken over de afstammelingen van de Marranos, de Portugese joden die hun identiteit verborgen hielden voor de Inquisitie, over Israël en over Amerikaanse joden. In 1992 ontving hij de Prix de Rome.
Brenners eerdere werk lijkt achteraf een voorbereiding voor de foto's uit zijn boek Diaspora, waarvan een deel tentoongesteld wordt in het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Voor Diaspora reisde Brenner gedurende vierentwintig jaar de wereld rond om joodse gemeenschappen te fotograferen, van Los Angeles tot Georgië en van Peking tot Zuid-Afrika. Onsystematisch rangschikte hij de foto's in het boek; van de goed doorvoede Romeinse jongens die, motorhelm onder de arm, als gladiatoren in het Colosseum poseren, naar de voorwereldlijke gemeenschappen van falasha's in Ethiopië. Dan een `purim safari' en een joodse kook-klas voor zwarte dienstbodes in Zuid-Afrika. Rembrandteske taferelen in Mea Shearim, de orthodoxe wijk van Jeruzalem. De inmiddels nagenoeg compleet naar Israël geëmigreerde joodse gemeenschap van Ilynka, een Russische kolchoz waar sinds Stalin niets veranderd lijkt. Een stukje verderop de foto van de joodse Harley Davidsonclub van Miami Beach. Mannen met vervaarlijke zonnebrillen en tatoeages, op hun brulmachines poserend voor de plaatselijke synagoge.
Zijn er werkelijk speciale groepen voor joodse vrouwen met borstkanker? Lijden zij anders aan die ziekte dan andere vrouwen?
,,Ja, die groepen zijn er. Onder joodse vrouwen in Amerika komt borstkanker vaker voor, veel meer dan gemiddeld. Ik weet niet hoe dat komt, maar het is zo. Behalve joods zijn deze vrouwen ook zeer Amerikaans. Deze foto had ik nergens anders kunnen maken dan in Amerika. Hij draait om het Amerikaanse concept `healing' en het al even Amerikaanse sleutelbegrip `survivor'. Vooral die laatste term is daar aan inflatie onderhevig. Je bent survivor als je kanker hebt gehad. Als je aan de concentratiekampen bent ontsnapt. Of als je afstamt van iemand die aan de concentratiekampen is ontsnapt.''
Uw boek is opgezet om classificaties te ontzenuwen, maar het classificeert wel degelijk. Wat hebben Lewi Faez en de vrouwen uit Los Angeles in vredesnaam gemeen, behalve hun joods-zijn?
,,Ik geloof niet dat het boek classificeert. Het speelt juist met paradoxen en discontinuïteit. Veel mensen, ook joden zelf, denken dat alle joden eruit zien zoals de mensen uit Roman Vishniacs boek A vanished world; bebaarde, witte Ashkenazische joden. Ik heb willen laten zien dat dat een vergissing is. Dat elke éénduidige, onwankelbare identiteit niets meer of minder is dan een gevangenis. Voor iedereen.''
Het boek gaat in uw ogen dus niet uitsluitend over joden?
,,Er is lang nagedacht over de titel. Die is niet De diaspora, maar: Diaspora. Veel joden geloven nog altijd dat ze het copyright hebben op diaspora, maar er zijn inmiddels 260 miljoen mensen die leven buiten het land waar ze geboren zijn. Wij leven in een tijd van serieuze regressie op het gebied van identiteit. Steeds meer mensen zijn op drift, maar overal ontstaat verzet tegen mensen met een meerduidige identiteit. Vooral onder politici is de roep om eenvormigheid de norm. Dit boek laat zien hoe de geschiedenis van één bepaalde diaspora zich ontrolt. En wat blijkt? Diaspora is niets anders dan een metafoor voor voortschrijdende culturele versmelting.''
Wat is de belangrijkste ontdekking die u deed?
,,Allereerst hoe groot en verscheiden mijn familie, `ma famille imaginaire' eigenlijk is. Ik bedoel dat niet alleen figuurlijk; een gedeelte van deze hele grote puzzel is namelijk mijn eigen puzzel. Mijn moeder is een sefardische uit de Maghreb, mijn vader een ashkenazi uit Oost-Europa. Het was alleen al fascinerend te ontdekken hoe joden in Afrika leven, van Algerije tot Zuid-Afrika.
,,Daarnaast ontdekte ik wat het ingewikkelde is aan datgene wat wij identiteit noemen. Het is zowel historisch als geconstrueerd. De eerste foto in het boek, chronologisch gezien dan, is die van een kind verkleed als engel, uit 1987. Het is een klassiek joods beeld, gemaakt in Mea Shearim, de orthodoxe wijk van Jeruzalem. De laatste foto's zijn foto's uit 2002, gemaakt in Tykocin in Polen. Aanvankelijk wilde ik niet naar Polen, ik dacht: wat moet ik in een land waar geen joden meer zijn? Toen vertelde iemand me hoe de katholieken in het dorpje Tykocin ieder jaar Purim vieren door zich te verkleden als orthodoxe joden, ter nagedachtenis aan de joden die uit dat dorp zijn weggevoerd zonder dat hun katholieke dorpsgenoten dat verhinderden. En hoe Israëlische toeristen daar naar komen kijken – naar katholieken die Purim vieren!
,,Heel vaak blijkt identiteit dus een constructie, zoals in Tykocin. Een historisch gegroeide constructie misschien, maar zeker een constructie. Neem de shoah. Een enorm trauma, maar ik geloof dat we moeten uitkijken dat de nagedachtenis van de shoah niet in haar tegendeel omslaat; in een constructie die samenvalt met joods-zijn. De zelfgenoegzame cultuur van slachtofferschap die sommigen aan het jodendom verbinden is het tegenovergestelde is van waar het jodendom eigenlijk over gaat.''
Het Israëlisch-Palestijnse conflict ontbreekt in uw boek. Hoort dat niet bij het dagelijks leven van Israëliërs?
,,Ik heb Israël alleen willen behandelen in termen van `thuis in ballingschap' en `ballingschap thuis', de thema's van dit boek. Israël is een land waaraan een universele belofte is vastgehecht, maar het is gebouwd door witte ashkenazi-bolsjewieken. Ik wilde laten zien wat dat in de praktijk betekent. De vervreemding die mensen overvalt als ze `thuiskomen' in dat beloofde land, de discriminatie die vooral falasha's er moeten verduren. Ook Israël deelt in onze obsessie met een eenvormige identiteit. De gevolgen daarvan zien we dagelijks op het nieuws. Voor dit boek zocht ik naar iets anders.''
Sommige van uw foto's zijn klassiek-etnografisch, zoals die van de falasha's. Andere zijn nadrukkelijk geënsceneerd: joodse Romeinen in het Colosseum, waar hun tot slaaf gemaakte voorvaderen werden gedwongen als gladiator te vechten.
,,Dat heeft te maken met mijn eigen ontwikkeling. Ik ben begonnen als een fotograferende antropoloog. Door de jaren heen kreeg ik steeds meer oog voor representatie; hoe mensen zichzelf zien, en hoe ze willen dat jij ze ziet. Niet voor niets gebeurde dat in de tijd dat ik veel in Amerika en Europa werkte. Amerikanen en Europeanen zijn veel met hun zelfbeeld bezig.''
Een van de opvallendste geëensceneerde foto's is die van de concentratiekamp-overlevenden die als gids werken in het holocaustmuseum in Los Angeles. Ze staan in de zogenaamde `Hall of Testimony', een ruimte met het uiterlijk van een gaskamer. Één van hen is naakt. Waarom vroeg u hem zich uit te kleden? En waarom vermeldt u in het bijschrift na de namen van de gefotografeerden, de nummers die in hun arm getatoeëerd staan?
,,Dat nummer maakt voor altijd deel uit van hun identiteit, en van hun werk; ze getuigen elke dag in dat museum. Deze ruimte is een heel onfatsoenlijke plek; een tot mislukken gedoemde poging om de shoah te herdenken. Ik wilde daarvan iets laten zien door de situatie te ontregelen; ik vroeg de mannen één voor één of ze zich wilden uitkleden. De meesten wilden het niet, maar deze man had er geen enkel bezwaar tegen. Waar het om gaat: elk streven naar authenticiteit is hier tegelijk verplicht en belachelijk. Dat geldt in dat museum, en voor mij als fotograaf gold dat op dat moment ook. Je moet eenvoudigweg de verleiding weerstaan om dat soort plekken te representeren. Wat je ook doet, je zit er altijd naast.''
Frederic Brenner: `Diaspora Thuis in Ballingschap.' Joods Historisch Museum Amsterdam, t/m 27 februari 2005. www.JHM.nl
Frédéric Brenner fotografeerde het joodse leven in de diaspora; Anders en daardoor hetzelfde
Een tentoonstelling van de Franse fotograaf Frédéric Brenner geeft een verrassend beeld van de joodse cultuur in Amerika. Brenner: “Ik heb willen breken met de stereotypen.”
Jews/America/A Representation: Joods Hist. Museum, J. D. Meijerplein 2-4, Amsterdam t/m 8/2 1998. Tel: (020) 626 99 45.
Floris Brester
8 november 1997
AMSTERDAM, 8 NOV. Op een dag word je wakker en je denkt: ik ga de hele joodse diaspora fotograferen. Dat overkwam de Franse fotograaf/etnograaf Frédéric Brenner zo'n zeventien jaar geleden. Alsof je alle bladeren van een boom één voor één zou kunnen plukken, op hun bijzondere kenmerken onderzoeken en ze daarna weer terughangen. Toch lijkt Brenner inmiddels daarmee een flink eind gevorderd. Zo bracht hij joodse gemeenschappen in alle republieken van de voormalige Sovjet-Unie in kaart, fotografeerde hij de joden van Rome en reisde hij de wereld af om de afstammelingen van de Spaans/Portugese joden te portretteren. Enkele jaren geleden belandde Brenner in Amerika, slingerde zich door 32 staten en sprak gedurende twee jaar met enkele honderden joden over hun bestaan en hun ideeën over de joodse identiteit. De expositie Jews/America/A Representation in Amsterdam is daaruit een selectie van een overrompelende verscheidenheid.
Terwijl Brenner met een schuin oog de opbouw van de tentoonstelling in het Joods Historisch Museum gade slaat, moet hij zelf een beetje lachen om zijn plan. “Het is een ongelooflijke puzzel, maar het zal uiteindelijk een beeld opleveren van het jodendom aan het eind van de twintigste eeuw. Wat mij fascineert, is hoe joden over de hele wereld hun identiteit trachten te bewaren én zich weten aan te passen aan hun nieuwe biotoop.”
Volgens Brenner is dat kameleontische aanpassingsvermogen de voornaamste reden voor het overleven van de joodse cultuur. En nee, dat is geen contradictie. “Deze tentoonstelling geeft mijn visie op het jodendom in Amerika, maar is evengoed een weerslag van de Amerikaanse cultuur zelf. There you have it: de diaspora is een metafoor voor bevruchting. Overal waar joden zich vestigden hadden ze een katalytische invloed op de omringende cultuur. Vervolgens werden ze zelf weer door die cultuur bevrucht. Dit foto-essay is een representatie van die metafoor.”
Jews/America/A Representation is geen beeldverslag, maar een beeldenstorm. Brenner heeft zijn best gedaan om stereotypen te vermijden. Wie bijvoorbeeld dacht op basis van Woody Allens films een accuraat beeld te hebben van joden in Amerika komt bedrogen uit. Op dertig brede panoramafoto's staan onalledaagse groepen mensen afgebeeld, nauwkeurig geplaatst in een vaak bevreemdende omgeving. Recht in de lens kijkend vertellen ze op verschillende manieren hetzelfde verhaal: anders zijn en daardoor hetzelfde zijn.
Dat de woest ogende groep Harley-Davidsonrijders joods is, kun je alleen zien omdat ze zo uit een synagoge lijken te zijn gereden. Joodse homo- en lesboparen met hun kinderen in een hortus botanicus zouden net zo goed gojs kunnen zijn. En de portretten van joodse moordenaressen, Chinezen en zelfs een joodse eskimo lijken af te rekenen met een vastgeroeste beeldvorming over joods zijn.
Soms wordt de spanning tussen joods en Amerikaans juist expliciet onderwerp van de foto. The December Dilemma schetst een vertwijfeld joods doorsneegezin in kersttijd. Wordt het de kerstboom of de chanoekalamp?
“Ik heb willen breken met een stereotype, een emblematisch beeld dat van de joden bestaat, zowel onder joden als onder niet-joden. Het breken van het beeld is in de joodse cultuur verankerd, het uitvinden van het beeld is typisch Amerikaans. Op die scheidslijn tussen beelden maken en beelden breken ballanceert volgens mij de joods-Amerikaanse identiteit. De groepen op mijn foto's reageren steeds op een verschillende manier op dat 'oude' beeld.”
Dat laatste lijkt niet helemaal juist. Brenner heeft de groepen laten reageren. De foto's zijn bedachtzaam geconstrueerd en je vraagt je af hoe Brenner rabbijnenechtparen zover heeft gekregen dat ze in een beddenzaak op tweepersoonsmatrassen hebben plaatsgenomen.
“In het algemeen is de Amerikaanse mentaliteit bijzonder toeschietelijk, maar een enkele keer lag het onderwerp te gevoelig. The December Dilemma had ik eigenlijk willen maken met een van de beroemdste joodse families in Amerika. Ze zijn echte Wasps - white, Anglo-Saxon and protestant - volledig aangepast aan de Amerikaanse cultuur. Met zowel een kerstboom als een chanoekalamp in de huiskamer. Twee dagen voor de opnames belde de moeder me op: 'het gaat niet door'. Ze was bang dat iedereen plotseling kon zien hoe ze werkelijk waren. Dat het stereotype beeld niet meer zou kloppen. Ze zei: 'je hebt gelijk, wij zijn zo. Maar we kunnen zo echt niet op de foto'. Die angst hebben veel joden in Amerika. Dat is de macht van het beeld.”
Als illustratie van die macht nodigde Brenner dertig beroemde joodse Amerikanen uit voor de portretserie Icons, die onderdeel van de tentoonstelling uitmaakt. Op Ellis Island, waar vroeger de joodse immigranten hun eerste stappen in de nieuwe wereld zetten, drapeerde hij de portretten van onder anderen Barbara Streisand, Henry Kissinger, Estee Lauder, Philip Roth en Steven Spielberg schots en scheef door elkaar, als de bagage van hun voorouders.
“De 'iconen' zijn bedoeld als voorbeelden van de nieuwe joodse identiteit. Amerikanen zijn geobsedeerd door roem en succes. Deze portretten vertegenwoordigen dan ook per definitie de Amerikaanse cultuur. Streisand en Spielberg braken op hun eigen manier het stereotype beeld van het jodendom en stelden daar een nieuw beeld tegenover. De vraag is: hoe echt is dat nieuwe beeld en hoe machtig? Zijn ze daarin gevangen, moet ook dit beeld weer worden afgebroken? Dit soort vragen wil ik aan het huidige jodendom blijven stellen”.
Eerder was Jews/America/A Representation alleen in New York te zien. Vanuit joodse hoek kwamen, volgens Brenner, nogal eens negatieve reacties op zijn foto's. “Niemand kan leven zonder beelden. Maar sommigen verwarren het beeld met de werkelijkheid. Die mensen raken geshockeerd als je, zoals ik heb gedaan, hun zelfbeeld vernietigt. In hun ogen kunnen joden geen moordenaar zijn of eskimo, en vrouwen geen rabbijn.”
Brenner haalt zijn schouders op. “Ik weet niet wat ik daar van moet denken. Mijn foto's zijn vragen waarop ik zelf het antwoord niet weet. Wat is een jood? Die bestaat volgens mij helemaal niet. Het jodendom kun je niet even bevriezen, het is continu aan het veranderen. Hoe kun je nou de ander worden en tegelijkertijd dezelfde blijven?”